
Op verzoek van een aantal mensen heb ik het eerder verschenen blog over het IMF vertaald naar het Nederlands.
Kashaka a bòltu! (Het kan verkeren, in het Papiaments). Dezelfde politieke partij die vroeger fel tegen het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) was, wil het Caribisch hervormings- en ontwikkelingsorgaan (Coho) nu opzij zetten, en heeft samen met haar grotere coalitie partner het IMF stevig omarmd. Dit is hetzelfde IMF dat de hoofdrol speler was in het mislukte hervormingsprogramma van 2000-2001. Deze partij was toen van mening dat het beter zou zijn voor de Nederlandse Antillen een directe relatie met Nederland te aan te gaan (Trouw, 30 april 1998) in plaats van de neoliberale club van IMF die bekend staat voor privatisering, minder overheid en meer private sector. Bovendien zou het IMF vergeleken met Nederland te weinig ‘knowhow’ hebben van de eilanden. Ook de President van de Bank van de Nederlandse Antillen betwijfelde de juiste sturing van het programma door een driekoppige Nederland-IMF-Nederlandse Antillen “orgaan”. (The Netherlands Antilles after six years of adjustments efforts with the IMF: A critical evaluation,December 12, 2001).
We hebben nu plotseling te maken met een groep ‘born again IMF-ers’ die ons uit de klauwen van Den Haag gaat bevrijden.
Waarom deze drastische omwenteling? Het IMF is zeker niet van opstelling veranderd. Het is nog steeds een instituut dat adviseert over monetaire stabiliteit, betalingsbalans en vrije markten, dus voornamelijk over het financieel- en monetair beleid. Het is geen ontwikkelingsfonds, wat mijn inziens centraal dient te staan in onze situatie.
Het is opvallend dat net diegenen die tijdens de laatste campagne openlijk hebben geageerd tegen het neoliberalisme en het volk een sociaal hart hebben beloofd, nu in zee willen gaan met het neoliberale IMF dat geen specialist is op het gebied van institutionele hervorming, sociaaleconomische vraagstukken en duurzame ontwikkeling.
Wereldwijd is bewezen dat menselijke ontwikkeling en voortgang alleen mogelijk is met een degelijke ontwikkelingsagenda. Financieel beleid is een belangrijke voorwaarde voor economische groei, maar leidt niet automatisch tot ontwikkeling. Mijn ervaring met de Verenigde Naties leert dat me belangrijkste pijlers voor ontwikkeling van de mens zijn: duurzame versterking van de eigen institutionele capaciteit, duurzame en solide democratische fundamenten en rechtstaat. Met andere woorden, men moet zich altijd de volgende vraag stellen: “op het moment dat de hulporganisaties er niet meer zijn, kan ik als land op eigen benen staan?”
Het eindspel dient duurzaamheid en zelfredzaamheid te zijn. Als dat niet zo is, zullen we eindeloos leningen blijven aangaan, bezuinigen en belastingen opkrikken om de leningen af te lossen. In tegenstelling tot landen die vroeger hulp kregen en nu zelfredzaam zijn, hebben we ons nooit echt bekommert om de versterking van onze implementatie- en institutionele capaciteit, vooral het (semi) gouvernementeel apparaat. Het beoogde traject van de nieuwe Fòrti club zal dan ook de deuren wijd openzetten voor grote aantallen consultants.
Ongeacht Den Haag het IMF accepteert, ben ik pessimistisch. Het COho is immers een creatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat geen ervaring heeft met ontwikkelingshulp. Nederlandse ontwikkelingsprojecten komen doorgaans van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). Waarom geen deelname van BZ als we nu eenmaal aan beide zijden van de oceaan een ontwikkelingsprogramma willen? Om het erger te maken, willen wij ook het IMF dat geen ontwikkelingsorgaan is, binnenhalen en een “triad of confusion” creëeren.
Pessimistisch nadat de persoon die zich opstelt als de economische strateeg van van het nieuwe kabinet, aan het volk bekend maakt dat er nu een splinternieuw, maar alsnog geheime Plan B op tafel ligt. Wat wel niet geheim is, is dat Nederlandse hulp (en controle) volgens hem niet meer nodig wordt geacht. De twee groepen die straks samen naar Fòrti verhuizen hebben elkaar goed kunnen vinden in hun gedeelde “anti-Nederland dogma” in plaats van de blik te richten op een deugdelijk ontwikkelingsprogramma voor Curaçao.
Willemstad, Curaçao